Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn heer trekke toch voorbij, voor het aangezicht van zijn knecht; en ik zal mij op [19]mijn gemak als leidsman voegen, [20]naar den gang van [21]het werk, hetwelk voor mijn aangezicht is, en naar den gang dezer kinderen, totdat ik bij mijn heer te Seir kome. 19. Of, zachtjes, zoetjes. 20. Hebr. naar den voet; en zo in het volgende. 21. Alzo noemt Jakob zijn vee, hetwelk gade te slaan zijn dagelijks werk was; alzo ook Ex.22:8, en Ex.36:6.